René De Ryck: Droommachines en Denkbeesten

Hoe verkoop je meer boeken? Gewoon door de mensen te vertellen dat ze, door ze te lezen, zullen vermageren.

— Ethel Portnoy

René De Ryck: Droommachines en Denkbeesten

Het Dikke-Ik (17)

René De Ryck: Droommachines en DenkbeestenIk werk met software uit de US op een computer met onderdelen uit wel 50 landen, mijn jeansbroek en schoenen komen uit Italië, wij hier thuis zijn verlekkerd op de Thais-Vlaamse keuken, vorige week maakten we een optreden van de Portugees-Mozambikaanse zangeres Mariza mee, ik lees momenteel graag Haruki Murakami, onze volgende wagen is mogelijk van Koreaanse makelij, en over drie weken bezoeken we drie dagen de kastelen van de Loire. Op straat zie je yuppies naast hiphoppers, gabbers, punkers, grunge-fans, en “gewone” jonge mensen. Voor de centen stemmen we blauw, voor duurzaamheid groen, voor solidariteit rood en als Vlaming geel. Mijn hoofd denkt links, de plaats waar mijn portefeuille zit rechts. Leefstijlen, sportrages, muziektrends, modes, de nieuwste media, … we mixen, blenden, integreren en fuseren erop los op de meest creatieve manieren. Wij voelen ons wereldburgers, oneindig. En als het effe kan willen wij onszelf laten zien, wij willen node herkend en erkend worden.

Wij leven in het meervoud. Veelheid primeert op eenheid, contradictie en discussie gaan boven eensgezindheid. Veelkleurig en veelkantig gedijen we als nooit voorheen in een internationale en globale cultuur met ieder zijn of haar eigen leefstijl. Alvin Toffler beschreef in zijn klassieker “De Derde Golf” in 1982 al de duidelijke trends van individualisering, fragmentarisatie en demassificatie – een afstappen van het uniforme massa-denken. Ons hedendaagse ideaal staat voor “een individu zijn”, geen homogene cultuur meer, wel diverse kleine subculturen. Mozaïekmensen werden we met een meerkantige identiteit en onderweg gingen we ons tegelijk individualistischer, veeleisender, verwender en verwaander gedragen. Kortom, wij werden Michelin-mannetjes en -vrouwtjes, dikke-ikjes. Om dat te duiden even een duikje in onze geschiedenis. In de “duister-barbaarse” Middeleeuwen gold nog het adagio van het collectieve en anonieme, vanaf de 15-16de eeuw echter – bij opkomst van Humanisme en Renaissance – merk je geleidelijk dat “betere” concept van de mens als maat van alle dingen, m.a.w. de creatie van het “zelf”.